De bezorgers van Deliveroo waren inderdaad in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst, oordeelde de Hoge Raad vandaag in een arrest.
Het Hooggerechtshof gehandhaafd het eerder genomen besluit van de Amsterdam Hof van Beroep en schaarde zich achter het oordeel van de Advocaat-Generaal.
Met deze uitspraak toont Nederland verder zijn intentie om de gig-economie te reguleren en maakt het het voor Deliveroo waarschijnlijk moeilijk om te overwegen opnieuw de markt te betreden.
Een fundamentele zaak over gig-werkers
Deliveroo, een Britse online maaltijdbezorger, kwam in 2015 naar Nederland waar het samen met de bezorgers werkte aan een uitzendovereenkomst.
In 2018 veranderde het bedrijf die regeling en sloot het overeenkomsten voor diensten en begon het in wezen bezorgers te behandelen als zelfstandigen of gig-werknemers.
Een aantal online bedrijven zijn afhankelijk van gig-werknemers, die tijdelijk of freelance werk doen als onafhankelijke contractant, maar geen voordelen genieten voor fulltime werknemers.
FNV, de grootste Nederlandse vakbond, heeft een collectieve actie aangespannen tegen Deliveroo op grond van artikel 3:305a BW.
De vakbond stelde dat de bezorgers van Deliveroo werknemers zijn die recht hebben op werknemersrechten zoals ziekengeld en bescherming tegen onredelijk ontslag.
Het beriep zich op artikel 7:610 BW, een bepaling van dwingend recht die een dienstverband kwalificeert als aan de criteria van werk, loon en zeggenschap is voldaan.
De FNV voerde aan dat, aangezien aan alle drie de criteria was voldaan in het geval van bezorgers van Deliveroo, de rechter het als een dienstbetrekking zou moeten noemen en niet als een zelfstandige, zoals gestructureerd in de krant.
De Amsterdam Gerechtshof oordeelde dat FNV een zaak had en dat bezorgers van Deliveroo kwalificeren als werknemers ondanks dat hun contract anders zegt.
Uitspraak van het Hooggerechtshof over het beroep van Deliveroo
Na een kantonrechter en de Amsterdam Gerechtshof oordeelde dat FNV een vordering had, Deliveroo vocht de uitspraak aan.
Op 17 juni 2022 heeft Advocaat-Generaal (AG) Ruth De Bock uitgegeven een advies, ook al is de Hoge Raad niet gebonden aan de adviezen van de AG.
In een 125 pagina's tellende opinie in het Nederlands betoogde ze dat de uitspraak van het gerechtshof in stand kan blijven, daarbij toevoegend dat FNV een vordering had en bezorgers van Deliveroo werknemers waren.
Het advies schetste ook het platformgebaseerde werk en de kwestie rond het kwalificeren ervan als werkgelegenheid, waarmee een fundamenteel precedent werd geschapen voor mogelijke regulering in de gig-economie.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest aangevoerd dat het van alle omstandigheden van het geval afhangt of er sprake is van een arbeidsovereenkomst.
In de uitspraak wordt uitgelegd hoe die omstandigheden zijn beoordeeld en vervolgens is geoordeeld dat de bezorgers van Deliveroo een arbeidsovereenkomst hadden.
“Volgens de Hoge Raad is het oordeel van de rechtbank niet rechtens onjuist en bovendien uitvoerig gemotiveerd.”
De rechtbank erkende ook dat de vrijheid van de bezorgers om te werken wanneer ze willen en om vervangen te worden, in de richting wijst dat er geen arbeidsovereenkomsten waren “tussen Deliveroo en de bezorgers”.
De rechtbank oordeelde echter op basis van de overige omstandigheden van het geval en achtte de praktische vervangingsmogelijkheid voor de bezorgers klein.
De uitspraak van het Hooggerechtshof was voorlopig vastgesteld op 23 december 2022, maar de uitspraak van vandaag laat de deur open voor wetgevers om verdere algemene regels of principes vast te stellen rond de gig-economie en om te werken als een onafhankelijke contractant of ondernemer.
Het vertrek van Deliveroo en de impact van de uitspraak
Er zal geen onmiddellijke impact zijn van deze uitspraak op Deliveroo, dat verlaten Nederland in november vorig jaar door te onderhandelen over een compensatiepakket voor zijn renners in het land.
Het bedrijf had beweerd dat Nederland in de eerste helft van 1 slechts 2022 procent van zijn bruto transactiewaarde (GTV) bijdroeg.
De raadpleging concludeerde dat "het behouden van een topmarktpositie in Nederland onredelijke investeringen zou vergen met een onzeker rendement op de lange termijn."
We hebben contact opgenomen met Deliveroo voor een verklaring en zullen dit verhaal bijwerken wanneer we van hen horen.
Gig-werk, het werk dat door velen wordt uitgevoerd voor platformgebaseerde bedrijven, werd ooit gezien als de toekomst van werk, maar het werd meteen een omstreden kwestie.
Jitse Groen, de CEO van Just Eat Takeaway, had gezegd dat het gig-economy-model "ten koste gaat van de samenleving en de werknemers zelf".
De meest voorkomende kritiek is dat gig-werkers geen bescherming en een eerlijk loon hebben en dat het werk niet zo flexibel is als het lijkt.
Eerder deze week, Just Eat Takeaway heeft in het Verenigd Koninkrijk 1,700 koeriersdiensten ontslagen en kondigde zijn terugkeer naar het gig-economy-model aan.
“Just Eat UK reorganiseert en vereenvoudigt haar bezorgactiviteiten als onderdeel van het voortdurende doel om de efficiëntie te verbeteren. Als onderdeel van dit proces hebben we voorgesteld om af te stappen van het werknemersmodel voor koeriers”, aldus het bedrijf.
De aankondiging door JET is een grote tegenslag voor gig-werkers, maar de beslissing van de hoogste rechtbank in Nederland maakt vandaag de weg vrij voor wetgevers om na te denken over sterkere rechten van gig-werknemers.
Een ontwerp-EU-regel wil om Europese gig-werknemers te erkennen als werknemers met "rechten op pensioen, betaald verlof en arbeidsongevallenverzekering".
Over de ontwerp-arbeidsregels die in februari door de wetgevers van de Europese Unie zijn goedgekeurd, wordt verder onderhandeld door EP-leden en vertegenwoordigers van de regeringen van alle EU-landen.
Als dit wet wordt, zal het de eerste grote overwinning zijn voor gig-werknemers in Europa en mogelijk een precedent worden voor wetgevers over de hele wereld die proberen betere werkomstandigheden te bieden aan gig-werknemers.