Een startup van de grond krijgen is geen sinecure. Niet alleen business wise, want ook de technische infrastructuur moet kloppen. Cloudplatform Softlayer, een van de sponsoren van The Next Web, helpt startups – in Nederland, en daarbuiten – snel te schalen met hun Catalyst Incubator Program, vertelt Jonathan Wisler, general manager EMEA van Softlayer. “Nederlandse founders moeten alleen meer aan zelfpromotie doen.”
Tweede datacenter
Wisler is in een goed humeur. Niet alleen krijgt hij overduidelijk energie van The Next Web, ook heeft Softlayer net vandaag aangekondigd dat het een tweede datacenter opent, in nauwe samenwerking met KPN dat er zijn cloudplatform host. In Almere, of all places. Het zegt iets over de Europese groei van de Softlayer, het cloudplatform dat in 2013 door IBM werd opgekocht.
Europa vanuit Amsterdam
Wisler – getrouwd met een Nederlandse – weet nog goed hoe hij met slechts een andere collega begon met Softlayer Europa vanuit Amsterdam. “We zijn begonnen op Sloterdijk, in 2011. Met z’n tweeën. Een leeg kantoor, een leeg datacentrum. Vandaar dat het een mooi moment is dat wij ons tweede datacenter openen, de eerste is al bijna vol.”
Wat hebben jullie tech-bedrijven te bieden?
“Hoe ons platform werkt, is dat wij infrastructure as a service leveren. Aan de ene kant hebben wij virtual servers, waarvoor je afrekent per uur, of per maand. Aan de andere kant bieden wij bare metal machines, waarop je root access tot de server krijgt en waarmee je een veel betere performance krijgt dan met een een virtuele machine. Het is snel, betrouwbaar en flexibel, vooral geschikt voor wie veel data of graphic-intense toepassingen wil laten draaien. Maar je betaalt nog steeds per uur, of per maand. En we zijn in staat om binnen een tot vier uur een nieuwe server aan te sluiten, doordat we ze vooraf geconfigureerd in een rack hebben geplaatst. Handig als je bedrijf met mission critical data werkt, zoals in de gezondheidszorg, financiële of fintech industrie of de overheid.”
Wat doen jullie specifiek voor startups?
“Wat wij startups te bieden hebben, is een cloud service die net zo goed is als bij elke groot financiele instituut. Een grote bank als ABN Amro krijgt bij ons dezelfde mate van veiligheid als een ‘kleine’ fintech startup. Dat doen wij via ons Catalyst Program. Je krijgt een jaar gratis hosting, Waarom doen wij dat? Wij willen voeling blijven houden met de community en dat zij het platform gebruiken. Onze founders, hoewel ze het bedrijf inmiddels hebben verkocht aan IBM, weten nog heel goed hoe de struggle was om je startup te runnen in de jongere jaren, in hun geval vanaf de keukentafel. Hun idee is om te helpen en wat terug te doen voor de startups. En natuurlijk groeien startups, en dan hopelijk ook bij ons.
Blijft het daarbij?
“Nee, want we geven niet alleen advies over IT architecture, daarnaast bieden we ook mentoring, coaching en business consultancy. Het vorige bedrijf waar ik werkte, is verkocht aan Kodak, Softlayer is verkocht aan IBM, dus we hebben meer dan afdoende kennis van zakendoen. Hier in Europa hebben we een team van ongeveer twintig man op het Catalyst Program. Maar globaal gezien is het nog uitgebreider, we zitten in Azië, Noord- en Latijns-Amerika. Daar waar wij zitten: we hebben datacenters op elk continent, behalve Afrika. Ons netwerk is internationaal, dus we kunnen zelfs helpen internationaal uit te breiden.”
Wat voor startups zoeken jullie naar?
“Wij zoeken naar klanten die grenzen verleggen. Dat kan zijn in ad tech, financial services, maar ook gaming platforms, want die hebben ook een flexibele omgeving nodig. Een mooi voorbeeld is Tinyloot, een bijna Catalyst-afgestudeerde startup (uit Amsterdam, red.), van Micha van der Meer en Oliver Kern. Zij hadden ooit een spel bedacht dat in de begindagen het Duitse internet deed klappen. Nu zijn ze bezig om te kijken om ze een andere manier player acquisition te doen, op basis van betaling voor het spelen van gratis spelletjes.”
Hoe kijk jij als relatieve buitenstaander naar de Nederlandse tech startup scene?
“Ik kom oorspronkelijk uit Californië, heb de dotcomboom meegemaakt, maar ook de bubbel. Iedereen zei: stop ermee, ga toch lekker bij een bank werken. Maar de ‘creators kept on creating’, dat zie ik ook hier in Amsterdam. Echt een groot verschil met Silicon Valley: iedereen denkt hier internationaal, van meet af aan. Ze lanceren hier, zien het als een belangrijke testmarkt, maar daarna weten ze niet hoe gauw ze naar het buitenland moeten schalen.”
Hoe anders gaan wij om met technologie?
“Dat is wel een interessante. Allereerst, omdat jullie globaal denken, zie je veel table driven architecture, waarbij het heel makkelijk is om de talen aan te passen. Ten tweede, jullie houden hier rekening met verschillende betaalopties, want elk land heeft weer een eigen systeem. Ten derde, hoewel inmiddels steeds meer alomtegenwoordig, houden jullie rekening met API-integraties. Bijvoorbeeld door een platform te bouwen waar je weer wat bovenop kunt bouwen, anders dan een specifieke dienst voor een specifieke markt.”
Wat moeten startups in Nederland beter doen?
“Dit heeft weinig van doen met technologie, maar ik denk meteen zelfpromotie. Als je kijkt naar startups in Silicon Valley, zijn dat net machines die constant bezig zijn met marketing en PR. Ik sprak laatst nog een ondernemer, die zei: ‘Ik snap het niet, wij hebben een beter product, meer gebruikers, maar iedereen praat over onze concurrent.’ Daar zit een enorme gap met de VS, founders hier moeten daar echt beter in worden als je het mij vraagt.”
01
From port to startup fort: How Lars Crama is ‘Making it Happen’ in Rotterdam