Als je een vegetarische gehaktbal weet te produceren die brons wint in een strijd om de beste gehaktbal van Nederland, weet je dat je goed bezig bent. We hebben het natuurlijk over De Vegetarische Slager, opgericht in 2010 door Jaap Korteweg (negende generatie (biologisch) akkerbouwer en vorig jaar nog verkozen als ondernemer van het jaar) en bekend om het plantaardige vlees dat qua structuur, geur, smaakbeleving en voedingswaarde niet te onderscheiden is van echt vlees. De ‘vegaslager’ gaat nu op bijzondere wijze geld ophalen.
Overbodig
“Toen ik na de varkenspestcrisis tot de conclusie kwam dat ik geen vlees meer wilde eten, miste ik de smaak van vlees zeer. Daarom ben ik met wetenschappers, chefkoks, slagers en anderen op zoek gegaan naar mogelijkheden om van plantaardig materiaal perfecte replica’s van vlees te maken, zodat het niet van echt vlees te onderscheiden is,” aldus Korteweg. Zijn droom: een wereld waarin de bio-industrie overbodig is gemaakt.
Succes
Meer mensen delen die gedachte – de vraag naar vleesvervangers groeit de afgelopen jaren. Het gaat daarom ook goed met het bedrijf. Verkoop van de producten begon in een kleine ambachtelijke slagerswinkel in Den Haag, inmiddels worden de producten bij Ekoplaza, Jumbo, Coop, Albert Heijn en andere grootgrutters en speciaalzaken verkocht. Ook internationaal is er interesse in de vegetarische producten: aanbod in 13 landen.
Nieuwe fabriek bouwen
Meer verkoop betekent meer vraag, meer vraag betekent meer productie. Daarom wil de Vegetarische slager een nieuwe fabriek bouwen in Breda. Op dit moment worden de producten nog gemaakt door verschillende fabrikanten, met een eigen fabriek kunnen grotere hoeveelheden geproduceerd worden. En dat is voordelig voor de consument, omdat met grotere volumes op termijn de prijzen omlaag kunnen. Inmiddels is de productiehal gekocht. Die moet nog worden omgebouwd en ingericht tot een moderne voedselfabriek – een fabriek waar volgens de oprichters zo’n vijftig miljoen vleesvrije maaltijden per jaar moeten kunnen worden geproduceerd.
Obligatielening
Interessant is dat er niet gekozen wordt voor investeerders, maar dat het bedrijf een obligatielening van vijf procent uitschrijft om het publiek bij de bouw te betrekken. In totaal zijn er 4999 obligaties beschikbaar van 500 euro per stuk, het beoogde bedrag ligt dus maximaal op 2.5 miljoen euro. De lening heeft een looptijd van zeven jaar, na afloop krijg je het volledige bedrag retour. Obligaties zijn daarnaast vrij om te verhandelen na de verkoop. NPEX, stichting Natuur & Milieu en de MKB beurs ondersteunen De Vegetarische Slager met de obligatielening en publiekscampagne.
Betrokkenheid
Tot zover klinkt het allemaal erg interessant, maar de vraag is natuurlijk waarom de vegetarische slager de voorkeur heeft voor deze vorm van financiering in plaats van grote investeringen van een aantal partijen. Het antwoord volgens de Vegetarische Slager heeft te maken met de grote mate van betrokkenheid bij hun klanten: “Op social media als Twitter en Facebook zijn we al de grootste slager ter wereld, om dat ook in de echte wereld te worden vinden we het van groot belang om onze eigen trouwe klanten als ambassadeurs te betrekken bij onze plannen, ook via de mogelijkheid tot participatie via obligaties. We kunnen op die wijze ook direct contact onderhouden met onze klanten via een maandelijkse rente-bijschrijving, en door ze de mogelijkheid te bieden om met vijf procent korting te kopen in onze conceptstore en/of webshop,” aldus een woordvoerder van het bedrijf.
Doorbraak
Navraag leert ook dat de obligatielening niet dekkend is voor financiering van het gehele project – een minderheidsbelang in de operatie wordt verkocht aan een investeerders waarvan zich verschillende reeds gemeld hebben.
Vleesvervangingstechnologie
Op 1 november presenteert het bedrijf ook nog een grote doorbraak op het gebied van vleesvervangingstechnologie, ontwikkeld in samenwerking met de Wageningen Universiteit en de TU Delft. Doel: een wereldwijde voorsprong uitbouwen op het gebied van vleesvervangers die niet van echt vlees te onderscheiden zijn. Hopelijk dus niet alleen met de bijdrage van traditionele investeerders, maar vooral met steun van het publiek en achterban.
