Subscription startups schieten als paddenstoelen uit de grond. Van elke maand nieuwe scheermesjes tot boxen met (biologische annex seizoens)groenten en kilo’s gedroogd vlees voor je trouwe viervoeter. Het kan allemaal. Echter is er duidelijk een tendens van abonnementen-moeheid gaande in Nederland. Is het dan wel verstandig om in te zetten op abonnementsmodellen?
Ik zelf houd niet zo van abonnementen. Ik ben meer van de impulsaankopen en met verrassingen hoef je helemaal niet bij me aan te komen. Bij abonnementen op producten als koffie voorzie ik alleen maar problemen: dan krijg ik koffie die ik niet lust, maar wel moet drinken van mezelf – ik heb er tenslotte voor betaald. Of dat ik een weekje minder koffie drink en ineens voor drie weken koffie heb. Of juist heel veel koffie drink en dan toch maar weer naar de supermarkt moet, omdat ik niet genoeg heb. Nee, het behelst teveel verplichtingen voor mij, zo’n abonnement. En ik lijk niet de enige te zijn.
Wellicht de meest bekende abonnementsmarkt die instort is die van de uitgeefwereld. Daar zien we soms afnames met dubbele cijfers voorbij komen, waarna -geheel logisch- de oplage fijntjes meehobbelt. Zo lazen we begin vorige maand nog dat de Leeuwarder Courant 7.4% van zijn (nu nog 10 ofzo) lezertjes zag vertrekken. Zomaar een recent cijfer in een trend die al jaren bezig is, niets nieuws wat dat betreft. Echter was recentelijk op Tweakers te lezen dat ook de telefoniesector kampt met een afname van abonnees dankzij de komst van sim-only. Juist een markt die zo stabiel leek.
Wat is er aan de hand?
Er zijn enkele redenen waarom deze trend zich ontwikkelt. Overkoepelende tendens is die van de consument die het heft in eigen hand neemt. Consumenten willen zelf precies kiezen wat ze krijgen voor hun geld. Dus niet langer betalen voor een krant die slechts voor 30% aansluit bij de interesses van dat moment of filmkanalen die niet passen bij je filmvoorkeuren. Niet voor niets is het zo dat modellen als Blendle, Spotify en Netflix zo succesvol zijn, die hebben dan ook als gemene deler dat de consument vrijheid heeft binnen het product en daarmee een zekerheid heeft dat deze aansluit bij de (variabele) behoeften. Hij bepaalt zelf wat hij leest, luistert of kijkt.