Web Summit aftermath

Dit is was hem alweer, mijn laatste blog over de Web Summit 2014. Ik ben zo langzamerhand bijgeslapen, -gevoerd en weer aan de wekelijkse beslommeringen begonnen. Na wat lange nachten in het eindelijk herfstige Nederland is het tijd voor de definitieve terugblik.

Sms Nederland AAN
Amsterdam startup-stad, woorden die regelmatig te lezen zijn de laatste tijd. Het gaat ook goed met de startup scene in ons kleine kikkerlandje: met de grote buitenlandse investeringen die zijn opgehaald door Peerby en Blendle en de monetaire en sociale investering in fintech – finance technologie – wordt de sector alleen maar interessanter voor ondernemers en werknemers. Dit was ook te merken op de Summit: waar vorig jaar de Israëliërs overal te vinden waren, was het dit jaar Nederlands de taal die ik overal opving. Meer dan 60 Nederlandse startups met stand, nog veel meer zonder en een stel zwervende investeerders en journalisten. Dat lijkt in het niet te vallen bij de meer dan 20.000 aanwezigen, maar traditiegetrouw hebben de Hollanders zichzelf duidelijk hoorbaar gemaakt.

Op zoek naar de Unicorn

Ook binnen de Nederlandse delegatie zitten veel bedrijven die een lange weg te gaan hebben. Het grootste probleem binnen de sector op dit moment is dat de meeste bedrijven meeliften op de echte innovatie van de paar groten. Want wat is innovatie anders dan het beïnvloeden van menselijk gedrag? Hiermee bedoel ik niet het ‘simpelweg’ makkelijker maken van dingen, maar op een meer existentiële verandering. Zoals is gekomen door het internet. En Google. En Facebook.

De grootste lessen

Doe niet teveel zelf. Verzamel goeie partners en raadgevers om je heen die je met je bedrijf zowel technisch als met idee op weg helpen. Creativiteit en innovatie in isolatie bestaan niet, dus probeer dat ook niet na te streven. Besteed niet meer uit dan nodig en mogelijk, want uiteindelijk wil je de kwaliteitscontrole in-house hebben.

Een voordeel en nadeel in de Nederlandse startup wereld is dat er terughoudend geïnvesteerd wordt in early-stage startups. Wat vele potentieel goede ideeën geen kans geeft, maar wat er ook voor zorgt dat Nederlandse bedrijven kunnen bootstrappen als geen ander.

Daarbij is duidelijk merkbaar dat startups graag de hand in eigen boezem willen steken. Zowel bij succes als bij faillure. Dat resulteert in het feit dat er relatief veel in-house gebeurd, teveel misschien. Of het een vertrouwenskwestie of gewetenskwestie is weet ik niet, maar dat de kansen aanzienlijk toenemen met een professionele partner is duidelijk. Scheelt vaak ook nog in de kosten, maar nu die koppige ondernemers dat nog laten inzien!

Het belangrijkst is om goede mensen en een goed idee niet zomaar los te laten. Om je te meten aan wat de sector nog meer te bieden heeft zonder je focus te verliezen.

De redactie bedankt True voor de fijne samenwerking.